ECLI:NL:RBGEL:2018:4597
Rechtbank Gelderland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op rentevoordeel bij hypothecaire geldlening van voormalige werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende een hypothecaire geldlening die eiser in 2005 bij zijn voormalige werkgever, de gemeente Lingewaal, heeft afgesloten. Eiser heeft in 2016 een rentevoordeel genoten op deze lening, dat door de Belastingdienst als loon in natura is aangemerkt. Dit leidde tot een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2016, waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente Lingewaal eiser in 2017 heeft geïnformeerd over de wijziging in de loonbelasting met betrekking tot personeelsleningen, en dat het rentevoordeel van € 553 correct is berekend op basis van de marktrente. Eiser betwistte de belastingheffing, stellende dat hij sinds 2008 geen werknemer meer is en dat de rente die hij betaalt in lijn is met de gemiddelde hypotheekrentes. De rechtbank oordeelde echter dat het rentevoordeel terecht tot het belastbaar inkomen is gerekend, en dat de Belastingdienst de regels correct heeft toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.