ECLI:NL:CRVB:2019:2628
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om voorlopige voorziening in hoger beroep inzake griffierecht
Op 7 augustus 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/1276 WAO-VV. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker, woonachtig in Duitsland, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak en verzocht om toepassing van de voorlopige voorziening. Echter, verzoeker was niet in staat om het verschuldigde griffierecht van € 128,- tijdig te voldoen. Ondanks herhaalde aanmaningen en een verleend uitstel tot 30 april 2019, is het griffierecht niet betaald. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, conform artikel 8:83, derde lid, van de Awb. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier L.R. Carlier, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2019.