Uitspraak
18.269 ZVW
7 december 2017, 16/5753 (aangevallen uitspraak)
CAK
OVERWEGINGEN
6 februari 2005 als verdragsgerechtigde aangemerkt waardoor hij recht heeft op zorg in het Verenigd Koninkrijk ten laste van Nederland. Daarvoor is hij vanaf 1 januari 2006 een buitenlandbijdrage verschuldigd.
6 februari 2010 niet meer in het Verenigd Koninkrijk woont niet aannemelijk gemaakt. Hij heeft zijn standpunt op geen enkele wijze onderbouwd. Daarbij komt dat zijn standpunt in tegenspraak is met hetgeen door hem is vermeld op het op 16 mei 2014 ondertekende
E-121 formulier en in zijn bezwaarschrift van 7 april 2016. Het is ook in tegenspraak met hetgeen hij omtrent zijn verblijfplaats heeft gezegd blijkens het verslag van de telefonische hoorzitting van het CAK van 25 april 2017. Appellant heeft steeds te kennen gegeven dat hij in het Verenigd Koninkrijk woont. Bij het vorenstaande komt dat appellant geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank van
5 mei 2014 waarin is vastgesteld dat appellant vanaf 6 februari 2005 niet verzekerd is voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten omdat hij niet in Nederland woont.