ECLI:NL:CRVB:2019:2555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en de noodzaak tot urenbeperking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot zijn WIA-uitkering. Appellant, die zich op 17 januari 2011 ziek meldde vanwege psychische klachten, had eerder recht op een loongerelateerde WGA-uitkering. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 17 juni 2013, wat appellant aanvecht. De rechtbank Midden-Nederland verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarop hij in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft deskundigen ingeschakeld om de situatie van appellant te beoordelen. De deskundige, psychiater H.N. Sno, concludeerde dat er bij appellant sprake was van een depressieve stoornis en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, maar zag geen noodzaak voor een urenbeperking. Het Uwv paste de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aan op basis van de conclusies van de deskundige, maar handhaafde de beslissing om geen urenbeperking te stellen. De Raad oordeelde dat het Uwv de FML op zorgvuldige wijze had aangepast en dat de belastbaarheid van appellant niet werd overschreden in de geselecteerde functies. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen, maar het Uwv werd wel veroordeeld in de proceskosten van appellant.