Uitspraak
19.926 AW
mr. Damen.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep ongegrond.
H.A.A.G. Vermeulen als leden, in tegenwoordigheid van L.R. Daman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2019.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft het ontslag van een ambtenaar door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, dat het ontslag heeft verleend op grond van artikel 8:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht (AGM). De Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college niet bevoegd was om het ontslag te verlenen. De Raad concludeert dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet van het college kon worden verlangd, gezien de langdurige problemen in de arbeidsrelatie en het gedrag van de betrokkene. De Raad wijst erop dat de betrokkene, die sinds 1995 bij de gemeente werkte, zich in de periode voorafgaand aan het ontslag herhaaldelijk ongepast heeft gedragen en dat er geen mogelijkheden waren voor herplaatsing binnen de organisatie. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de betrokkene ongegrond. De Raad concludeert dat de aangeboden regeling passend is en dat de betrokkene geen aanspraak heeft op aanvullende compensatie.