Uitspraak
16.6400 ZW
OVERWEGINGEN
2 januari 2012 heeft hij zich ziek gemeld. Op dat moment ontving hij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Het Uwv heeft bij besluit van 2 december 2013 vastgesteld dat appellant na afloop van de voorgeschreven wachttijd met ingang van 30 december 2013 geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) omdat appellant per 30 december 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt is geacht. Appellant werd met zijn beperkingen in staat geacht een aantal geselecteerde functies te vervullen. Bij besluit van 9 mei 2014 heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Aan dit besluit is een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep, een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 9 april 2014 en een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag gelegd
.Het besluit van
9 mei 2014 is in rechte gehandhaafd, zie de uitspraak van de Raad van 13 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1890.