ECLI:NL:CRVB:2019:236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op uitkering op basis van medische rapportages
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die zich ziek had gemeld, betwistte de beslissing van het Uwv dat hij geen recht had op een uitkering op grond van de Ziektewet. De Raad heeft de door het Uwv ingeschakelde deskundigen geraadpleegd, die concludeerden dat de appellant lijdt aan een autisme spectrum stoornis (ASS) en dat hij verdergaand beperkt is dan eerder aangenomen door de verzekeringsartsen van het Uwv. De deskundigen hebben hun conclusies na het ontvangen van zienswijzen van partijen gehandhaafd, en het rapport werd als goed gemotiveerd beschouwd. De Raad oordeelde dat de extra beperkingen die door de deskundigen zijn genoemd, geen belemmering vormen voor de appellant om een van de geselecteerde functies te vervullen in het kader van de WIA-beoordeling. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.