ECLI:NL:CRVB:2019:2348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die zich op 5 oktober 2012 ziek meldde met rug- en schouderklachten, en later ook heupklachten. Appellant heeft een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts heeft appellant als verminderd belastbaar geacht voor rugbelastende arbeid, wat resulteerde in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 16 januari 2015. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant met ingang van 3 oktober 2014 geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Dit besluit werd door appellant bestreden, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank Amsterdam heeft in de aangevallen uitspraak het beroep van appellant tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij grotendeels dezelfde gronden aanvoerde als in de eerdere procedure. Hij vroeg ook om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad voor de Rechtspraak heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, met de overweging dat de rechtbank de gronden van appellant afdoende had besproken en dat de belastbaarheid van appellant in de geselecteerde functies niet werd overschreden. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, maar de Staat werd veroordeeld tot betaling van € 500,- aan appellant wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De Raad concludeert dat de procedure in drie instanties niet langer dan vier jaar had mogen duren, maar dat deze in totaal vier jaar en vier maanden heeft geduurd, wat leidt tot een overschrijding van de redelijke termijn. De proceskosten van appellant in hoger beroep werden begroot op € 256,-, die ook door de Staat moeten worden vergoed.