Uitspraak
18.709 WW
mr. A.I. Damsma.
OVERWEGINGEN
Economisch-financieel-commercieel.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om zijn aanvraag voor een scholingsvoucher af te wijzen. Appellant had op 27 januari 2017 een scholingsvoucher aangevraagd op basis van de Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep. Hij wilde de opleiding Masterclass Organisatie en Management in Zorg en Welzijn volgen, die hij koppelde aan het kansberoep economisch adviseur/consultant. Het Uwv wees de aanvraag af, omdat de opleiding niet voldoende gericht zou zijn op een kansberoep. Appellant stelde dat hij erop mocht vertrouwen dat zijn aanvraag beoordeeld zou worden aan de hand van de oude kansberoepenlijst, maar de rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht de nieuwe lijst had gehanteerd.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, en appellant ging in hoger beroep. In hoger beroep voerde appellant aan dat hij verkeerd was voorgelicht door het Uwv en dat er toezeggingen waren gedaan door medewerkers van het Uwv. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat de opleiding niet opleidt tot het kansberoep economisch adviseur/consultant. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van opgewekt vertrouwen dat appellant recht had op een scholingsvoucher, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de kansberoepenlijst en de beoordelingsruimte van het Uwv bij het toekennen van subsidies voor scholing. De Raad concludeert dat het Uwv appellant terecht niet in aanmerking heeft gebracht voor de scholingsvoucher, en dat het hoger beroep niet slaagt.