ECLI:NL:CRVB:2019:2085
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering en herbeoordeling van belastbaarheid van appellante na psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante. Appellante, die eerder als productiemedewerkster werkte, had zich op 18 februari 2013 ziek gemeld met psychische en lichamelijke klachten. Het Uwv had haar ZW-uitkering beëindigd op basis van een beoordeling die stelde dat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kon verdienen. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar beperkingen door de verzekeringsartsen waren onderschat. In hoger beroep heeft de Raad een onafhankelijke deskundige benoemd, die concludeerde dat appellante meer beperkingen had dan eerder vastgesteld. De deskundige oordeelde dat appellante niet in staat was om 40 uur per week te werken. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het Uwv herroepen, waardoor het recht op ziekengeld vanaf 26 september 2014 doorloopt. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.304,- bedragen.