ECLI:NL:CRVB:2019:2041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-aanvulling na niet tijdig indienen van formulier door appellante
Op 18 juni 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om haar AIO-aanvulling in te trekken. De Svb had op 1 mei 2017 het recht van appellante op de AIO-aanvulling opgeschort, omdat zij een formulier over verblijf en vermogen buiten Nederland niet tijdig had ingediend. Appellante had tot 3 april 2017 de tijd om het formulier in te vullen en terug te sturen, maar heeft dit niet gedaan. De Svb heeft appellante vervolgens de gelegenheid gegeven om het formulier tot 15 mei 2017 alsnog in te dienen, maar ook deze termijn is verstreken zonder dat het formulier is teruggestuurd. Appellante heeft geen bezwaar gemaakt tegen het opschortingsbesluit, waardoor dit in rechte vaststaat.
De Svb heeft op 19 mei 2017 de AIO-aanvulling van appellante ingetrokken, omdat het verzuim niet binnen de gestelde termijn was hersteld. Appellante heeft later, op 31 mei 2017, het formulier alsnog ingediend, maar dit was te laat. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen de intrekking ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij de brieven van de Svb niet heeft ontvangen en dat haar omstandigheden, zoals leeftijd en medische klachten, haar hebben belemmerd om tijdig te reageren.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de brieven niet heeft ontvangen en dat haar persoonlijke omstandigheden niet rechtvaardigen dat zij niet tijdig heeft gereageerd. Het hoger beroep is daarom ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.