ECLI:NL:CRVB:2019:1906
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag IOAW wegens niet doorlopen volledige uitkeringsduur WW en uitleg begrip 'bereiken volledige uitkeringsduur WW'
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de aanvraag voor een uitkering op grond van de IOAW door het college van burgemeester en wethouders van Veendam is afgewezen. De appellanten, die eerder een WW-uitkering hebben ontvangen, hebben zich op 2 februari 2017 gemeld voor een IOAW-uitkering, maar hun aanvraag is afgewezen omdat zij de volledige uitkeringsduur van de WW niet hebben doorlopen. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep stellen de appellanten dat zij, door hun emigratie naar Suriname, hun volledige uitkeringsduur hebben bereikt en dat de voorwaarden voor de IOAW niet correct zijn toegepast. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 28 mei 2019 geoordeeld dat de appellanten inderdaad niet voldoen aan de voorwaarden van de IOAW, omdat hun recht op WW-uitkering eerder is geëindigd dan de maximale uitkeringsduur. De Raad heeft de uitleg van de relevante wetgeving bevestigd en het hoger beroep afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is daarmee bevestigd.