ECLI:NL:CRVB:2019:1869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- R.B. Kleiss
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep WIA-uitkering en geschiktheid van functies na psychische klachten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om zijn WIA-uitkering te weigeren. Appellant, die sinds februari 2012 arbeidsongeschikt is door psychische klachten, heeft in 2014 en 2015 meerdere keren bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het Uwv. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft dit onderbouwd met een verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalt appellant zijn klachten en stelt dat zijn psychische en lichamelijke klachten zijn onderschat. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de medische beoordeling deugdelijk is. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de FML van 10 juni 2016 voldoende rekening houdt met de klachten van appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.