ECLI:NL:CRVB:2019:1769
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring beroep wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Marokko woont, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn bezwaar tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant niet tijdig gronden had ingediend voor zijn beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring.
De appellant voerde in hoger beroep aan dat hij in Nederland had gewerkt en ziek was geworden, en dat hij medische stukken had ingediend bij het Uwv. Hij stelde dat de post hem gemiddeld 23 dagen nodig had om te arriveren, waardoor hij niet in staat was om tijdig te reageren. Het Uwv heeft de bevestiging van de eerdere uitspraak bepleit.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de appellant niet tijdig gronden had ingediend. De Raad wees erop dat de appellant in de gelegenheid was gesteld om zijn verzuim te herstellen, maar dat hij deze kans niet had benut. De stelling van de appellant over de lange postbezorging werd niet als verschoonbaar beschouwd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.