Uitspraak
17.5258 WIA
OVERWEGINGEN
.Volgens appellant was hij ook op 15 september 2016 meer beperkt, aangezien hij niet goed kon zien en dus ook niet goed kon lezen. Dit wordt volgens hem met de dag slechter. Daardoor kan hij de functies niet naar behoren uitoefenen. Appellant heeft er voorts op gewezen dat vanaf september 2016 zijn klachten enorm zijn toegenomen. Ook zijn rug- en nekklachten worden in de loop van de tijd erger. Appellant is van mening dat de verzekeringsartsen de tijdspanne van de ophanden zijnde achteruitgang van zijn zicht en rug- en nekklachten onjuist hebben ingeschat. Ook hebben zij niet dan wel niet juist geanticipeerd op de slaapapneu waarmee appellant kampt. Volgens appellant had de rechtbank een deskundige moeten benoemen voor onderzoek dat met name toegespitst had moeten worden op de achteruitgang in zijn medische situatie in de periode tussen september 2016 en februari 2017.