ECLI:NL:CRVB:2019:1718
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand in verband met verblijf in het buitenland en verzoek om kwijtschelding
Op 14 mei 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/7346 PW-PV. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam, die op 9 oktober 2017 werd genomen. De appellant, die niet aanwezig was op de zitting, had in beroep de intrekking en terugvordering van bijstand aangevochten over de periode van 2 maart 2012 tot en met 12 maart 2012. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze maatregelen genomen omdat de appellant langer dan vier weken buiten Nederland verbleef zonder dit te melden.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op 19 maart 2012 tegenover een sociaal rechercheur verklaarde dat hij op 2 februari 2012 naar de Dominicaanse Republiek was vertrokken en op 12 maart 2012 terugkeerde, zonder dit aan het college te rapporteren. De appellant voerde aan dat het college onvoldoende bewijs had geleverd voor de stelling dat hij te lang op vakantie was, maar deze beroepsgrond werd door de Raad verworpen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering terecht was.
Daarnaast was er een geschil over de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding van een schuld aan het college. Het college had het verzoek afgewezen op basis van hun beleid, dat stelt dat er geen kwijtschelding wordt verleend als de terugvordering voortkomt uit herhaalde schending van de inlichtingenverplichting. De Raad oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat hij voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding en dat er geen persoonlijke omstandigheden waren die het college zouden dwingen om van het beleid af te wijken. De conclusie was dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.