ECLI:NL:CRVB:2019:1691
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag woningaanpassingen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft appellante, die lijdt aan fibromyalgie en andere lichamelijke en psychische klachten, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor woningaanpassingen, waaronder een opklapbare douchestoel en het verwijderen van een douchedrempel, ongegrond verklaard. Appellante had in 2016 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, maar deze werd afgewezen omdat zij naar een ongeschikte woning was verhuisd, terwijl zij bekend was met haar beperkingen. Het college stelde dat een losse douchestoel een adequate en algemeen gebruikelijke voorziening is, en dat de noodzaak voor het verwijderen van de douchedrempel voortkwam uit de verhuizing naar een niet geschikte woning.
Tijdens de zitting op 13 februari 2019 heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.Y. van Oel, betoogd dat de opklapbare douchestoel speciaal voor haar was gemaakt en niet als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd. Het college, vertegenwoordigd door mr. A.J. Wintjes, heeft de afwijzing verdedigd. De Centrale Raad van Beroep heeft de beroepsgronden van appellante niet overtuigend geacht en bevestigd dat de rechtbank terecht oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gedaan. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.