ECLI:NL:CRVB:2019:1634
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om uitbreiding van vergoeding huishoudelijke hulp op basis van medische noodzaak
Op 16 mei 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellant die een verzoek had ingediend om de vergoeding voor huishoudelijke hulp uit te breiden van één naar twee dagdelen per week. De appellant, geboren in 1940 en erkend als burger-oorlogsslachtoffer, had eerder al een vergoeding voor één dagdeel huishoudelijke hulp ontvangen. In december 2017 verzocht hij om uitbreiding, maar dit verzoek werd afgewezen door de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank op 24 april 2018, en het bestreden besluit werd gehandhaafd op 16 juli 2018. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van een medische noodzaak voor de uitbreiding, aangezien de appellant in staat werd geacht lichte huishoudelijke werkzaamheden te verrichten.
Tijdens de zitting op 5 april 2019 was de appellant niet aanwezig, maar de verweerder werd vertegenwoordigd door A.L. van de Wiel. De Raad heeft het beleid van de verweerder onderschreven, dat stelt dat voor personen van 70 jaar of ouder een vergoeding voor twee dagdelen huishoudelijke hulp kan worden toegekend indien zij niet in staat zijn om lichte huishoudelijke werkzaamheden te verrichten. De geneeskundig adviseur A.J. Maas concludeerde na een persoonlijk onderhoud met de appellant dat er geen medische noodzaak was voor de uitbreiding van de hulp. Dit advies werd onderschreven door een andere geneeskundig adviseur, A.M. Ohlenschlager.
De Raad concludeerde dat de appellant in staat was tot het verrichten van lichte huishoudelijke werkzaamheden, zoals boodschappen doen, koken en schoonmaken. Er was geen bewijs van (zelf)verwaarlozing of chaotisch gedrag, wat de noodzaak voor extra hulp zou kunnen onderbouwen. Daarom werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gehouden. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, met F.H.R.M. Robbers als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 16 mei 2019.