ECLI:NL:CRVB:2019:1625
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant en gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 18-531 ZVW-PV. Het hoger beroep was ingesteld door wijlen de appellant, die laatstelijk woonachtig was in [woonplaats]. De appellant is overleden, waardoor er geen procesbelang meer is. Tijdens de zitting was mr. J.M. Nijman aanwezig namens het CAK. De Raad heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij in het geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld om als partij aan het geding deel te nemen. Gezien deze omstandigheden heeft de Raad geoordeeld dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.