Uitspraak
17.3052 WW
OVERWEGINGEN
3 mei 2015 werkzaamheden als zelfstandige heeft verricht, de hoedanigheid van werknemer verloren. Appellant heeft de door het Uwv vastgestelde omvang van deze werkzaamheden op 25,50 uur per week niet betwist. Op grond van artikel 20, tweede lid, van de WW eindigt het recht op een WW-uitkering voor dit aantal uren. Appellant kan de hoedanigheid van werknemer voor dit aantal uren slechts herkrijgen indien de werkzaamheden als zelfstandige geheel en definitief zijn beëindigd. Daarvan is in het geval van appellant geen sprake, aangezien hij zijn bedrijf niet heeft uitgeschreven bij de KvK en ook de website van het bedrijf niet heeft opgeheven. Dit betekent dat het Uwv zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat het recht op een WW-uitkering per 8 mei 2015 is herleefd voor 12,50 uur per week.