ECLI:NL:CRVB:2019:158
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AWBZ
In deze zaak heeft verzoeker een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 22 augustus 2017, met nummer 14/6496 AWBZ. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 januari 2019 uitspraak gedaan op dit verzoek. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die voldoen aan de cumulatieve voorwaarden zoals beschreven in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze voorwaarden vereisen dat de feiten vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener van het verzoek vóór de uitspraak, en dat, indien deze feiten eerder bekend waren geweest, dit tot een andere uitspraak zou hebben geleid. De Raad concludeert dat verzoeker met zijn verzoek kennelijk heeft beoogd een hernieuwde discussie te voeren op basis van reeds bekende gegevens, wat niet is toegestaan binnen het rechtsmiddel van herziening. Het verzoek is dan ook afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.