ECLI:NL:CRVB:2019:1510
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluit inzake persoonsgebonden budget AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant, vertegenwoordigd door mr. dr. M.F. Vermaat, heeft hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een besluit van het zorgkantoor, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., dat zijn persoonsgebonden budget (pgb) voor zorg op grond van de AWBZ had vastgesteld op een lager bedrag dan eerder verleend. Het zorgkantoor had in 2016 een bedrag van € 11.034,73 teruggevorderd van appellant, omdat hij niet tijdig de benodigde administratieve gegevens had overgelegd. Appellant heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar te laat was ingediend. Vervolgens heeft appellant verzocht om herziening van het besluit, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het zorgkantoor het verzoek om herziening ten onrechte heeft afgewezen, nu de volledige verantwoording inmiddels is aangeleverd. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het zorgkantoor bevoegd was om het verzoek af te wijzen, omdat appellant geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangevoerd. De Raad heeft bevestigd dat de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit van 20 april 2016 niet evident onredelijk is, en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het bestreden besluit stand kan houden. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.