Uitspraak
18.1267 PW
24 januari 2018, 17/5122 (aangevallen uitspraak)
mr. H.H.J. ten Hoope.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant ontving sinds 20 mei 2015 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). In februari 2017 ontving de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam informatie van de Nationale Politie dat de appellant in het buitenland verbleef. De appellant verklaarde dat hij onderweg was naar Marokko en heeft geen paspoortgegevens overgelegd. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft daarop de bijstand van de appellant met ingang van 24 maart 2017 ingetrokken, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door de schending van de inlichtingenverplichting door de appellant.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De Raad heeft overwogen dat de bewijslast bij het college ligt en dat de appellant geen gegevens heeft verstrekt die zijn verblijf in het buitenland kunnen onderbouwen. De Raad concludeert dat de appellant de op hem rustende wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.