ECLI:NL:CRVB:2019:1362
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en recht op IVA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die als operator werkte, had zich op 15 april 2012 ziekgemeld vanwege gehoorklachten, duizeligheid en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) kende appellant een loongerelateerde WGA-uitkering toe, maar verklaarde later zijn bezwaar ongegrond, met de stelling dat er geen sprake was van een duurzame situatie. De rechtbank bevestigde deze beslissing, maar appellant ging in hoger beroep.
De Raad heeft een onafhankelijke deskundige, drs. C. Jaiwan, ingeschakeld om de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van appellant te beoordelen. De deskundige concludeerde dat er een geringe kans op herstel was, wat de Raad overtuigend vond. De Raad oordeelde dat de beperkingen van appellant als duurzaam moesten worden gekwalificeerd, waardoor het bestreden besluit van het Uwv op een onjuiste medische grondslag berustte. Het hoger beroep van appellant slaagde, en de Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van het Uwv. Tevens werd het Uwv opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellant te beslissen.
De Raad heeft het Uwv ook veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 3.328,- bedragen, en het Uwv moet het griffierecht van € 168,- vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij het vaststellen van arbeidsongeschiktheid en de duurzaamheid daarvan.