Uitspraak
17.4006 WIA, 17/4007 WIA
OVERWEGINGEN
.Gelet op het voorgaande moet het ervoor worden gehouden dat geen sprake is van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de rechtbank de beroepen van appellant tegen twee besluiten van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellant had zich ziek gemeld vanwege knieklachten en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv weigerde deze uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was en dat de beperkingen van appellant correct waren vastgesteld. Appellant voerde in hoger beroep aan dat zijn beperkingen onjuist waren vastgesteld en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de in hoger beroep overgelegde medische stukken niet voldoende waren om aan te tonen dat de beperkingen op de datum in geding hadden moeten leiden tot een andere beoordeling. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant in staat was de geselecteerde functies te vervullen. De uitspraak werd gedaan op 18 april 2019.