ECLI:NL:CRVB:2019:1214
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag militair invaliditeitspensioen wegens gebrek aan causaal verband met militaire dienst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, een voormalig militair, had een aanvraag ingediend voor een militair invaliditeitspensioen, welke was afgewezen door de staatssecretaris van Defensie. De staatssecretaris baseerde zijn beslissing op medisch advies dat geen causaal verband kon worden vastgesteld tussen de gezondheidsklachten van de appellant en zijn militaire dienst. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad overweegt dat het aan de staatssecretaris is om medisch onderzoek te laten uitvoeren en op basis daarvan de invaliditeit en het verband met de dienst te beoordelen. De appellant moet vervolgens de conclusies van de staatssecretaris gemotiveerd in twijfel trekken. De Raad concludeert dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er wel degelijk een causaal verband bestaat tussen zijn klachten en de militaire dienst. De verwijzingen naar rapporten van medisch specialisten bieden onvoldoende onderbouwing voor zijn claims. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.