ECLI:NL:CRVB:2019:1164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering en terugvordering op basis van woonadres
In deze zaak gaat het om de herziening van studiefinanciering voor appellantes, die beiden in de basisregistratie personen (brp) stonden ingeschreven op hetzelfde adres. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op basis van een onderzoek naar de woonsituatie van appellantes besloten hun studiefinanciering te herzien naar de norm voor thuiswonende studenten, wat resulteerde in een terugvordering van € 624,06 per persoon. Daarnaast zijn er bestuurlijke boetes opgelegd van € 312,03. De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van appellantes tegen deze besluiten ongegrond, waarna zij in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat appellantes geen nieuwe gronden hebben aangevoerd in hoger beroep. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de minister voldoende heeft aangetoond dat appellantes niet op het brp-adres woonden. De rechtbank oordeelde dat de bevindingen van de controleurs, waaronder het feit dat appellantes op het brp-adres niet aanwezig waren, voldoende waren om de herziening van de studiefinanciering en de opgelegde boetes te rechtvaardigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van appellantes af.