ECLI:NL:CRVB:2019:1107

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 maart 2019
Publicatiedatum
29 maart 2019
Zaaknummer
18/4173 AKW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak inzake Algemene Kinderbijslagwet

Op 29 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/4173 AKW, waarin verzoeker, woonachtig in Marokko, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 7 juni 2018 (17/6461 AKW-V). In deze eerdere uitspraak was het verzet van verzoeker ongegrond verklaard en was het hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening aangevoerd dat zijn aanvraag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet opnieuw beoordeeld moet worden.

De Centrale Raad van Beroep overweegt dat op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van feiten en omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar die niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. De Raad stelt vast dat verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zou kunnen leiden. Het verzoek om herziening is dan ook afgewezen, omdat het niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:119 van de Awb. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing is openbaar uitgesproken door H.C.P. Venema, in aanwezigheid van griffier M.A.A. Traousis.

Uitspraak

Datum uitspraak: 29 maart 2019
18/4173 AKW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 7 juni 2018, 17/6461 AKW-V
Partijen:
[verzoeker] te Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

PROCESVERLOOP

Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 7 juni 2018, 17/6461 AKW-V.
Het verzoek is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 15 februari 2019, waar partijen niet zijn verschenen.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijk geworden uitspraak op verzoek van een partij worden herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs
niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden
hebben kunnen leiden.
2. Bij de uitspraak van 7 juni 2018 heeft de Raad het verzet van verzoeker tegen de uitspraak van de Raad van 2 februari 2018 ongegrond verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep van verzoeker tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
2 augustus 2017, 16/8138, terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het hoger beroepschrift niet tijdig is ingediend.
3. Verzoeker heeft gevraagd zijn aanvraag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet opnieuw te beoordelen.
4. Het is vaste rechtspraak van de Raad (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van
11 april 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:1218) dat het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet is gegeven om een hernieuwde discussie over een zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoeker enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:119 van de Awb, naar voren heeft gebracht. Het verzoek om herziening bevat immers geen gronden die betrekking hebben op de reden waarom het verzet bij de uitspraak van 7 juni 2018 ongegrond is verklaard.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in tegenwoordigheid van M.A.A. Traousis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2019.
(getekend) H.C.P. Venema
(getekend) M.A.A. Traousis

VC

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par H.C.P. Venema en présence de M.A.A. Traousis en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 29 mars 2019.