ECLI:NL:CRVB:2019:109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na medisch onderzoek en beoordeling van psychische belastbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die als chauffeur heeft gewerkt, had zich ziek gemeld met schouderklachten en later met psychische klachten. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering, heeft het Uwv vastgesteld dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was en geen recht had op een uitkering. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep een zorgvuldig medisch onderzoek hebben verricht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft voldoende gemotiveerd waarom er geen urenbeperking voor de appellant nodig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv de belastbaarheid van de appellant correct heeft ingeschat en dat de geduide functies geschikt zijn voor hem. De appellant heeft in hoger beroep betoogd dat zijn psychische belastbaarheid niet juist is ingeschat, maar de Raad heeft de argumenten van de appellant niet overtuigend gevonden.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij is geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een urenbeperking en dat de appellant in staat is om de geselecteerde functies te vervullen. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen reden is voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, met R.P.W. Jongbloed als griffier.