Uitspraak
17.8211 WW
17 november 2017, 16/8166 (aangevallen uitspraak)
J.C. Geldof. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door R.L. de Cocq van Delwijnen-Reedijk en mr. I. Plaisier.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een WW-uitkering ontving, had herhaaldelijk niet voldaan aan zijn verplichtingen om te solliciteren en mee te werken aan re-integratieactiviteiten. Het Uwv had de uitkering tijdelijk geheel geweigerd, omdat appellant niet had gereageerd op verzoeken om zijn portfolio in te vullen en niet op afspraken was verschenen. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat appellant bij herhaling niet aan zijn verplichtingen had voldaan, ondanks dat hij op verschillende manieren was gewezen op zijn verantwoordelijkheden. De stelling van appellant dat hij niet op de hoogte was van zijn verplichtingen werd verworpen, omdat hij had getekend voor de ontvangst van een rechten- en plichtenformulier. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de uitkering had geweigerd en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.