ECLI:NL:CRVB:2018:931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen wegens niet verzekerde periode van appellant en echtgenote
In deze zaak gaat het om de korting op het AOW-pensioen van appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant, geboren in Marokko, heeft sinds 1966 in Nederland gewoond en heeft een aanvraag ingediend voor AOW. De Svb heeft vastgesteld dat appellant en zijn echtgenote niet verzekerd zijn geweest voor de AOW gedurende bepaalde tijdvakken, wat heeft geleid tot een korting van 50% op het pensioen van appellant. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant vanaf 1991 als werknemer in Marokko verzekerd was, waardoor hij niet in Nederland verzekerd kon zijn. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelt dat de beslissing over de echtgenote van appellant niet zorgvuldig is voorbereid. De Svb moet een nieuwe beslissing nemen over de verzekerde periode van de echtgenote van appellant van 1 januari 1991 tot april 2009, omdat niet kan worden vastgesteld of zij ingezetene was van Nederland in die periode. De Raad heeft de Svb ook veroordeeld in de proceskosten van appellant.