ECLI:NL:CRVB:2018:800
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en terugvordering op basis van onderzoek naar woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant ontving vanaf 7 februari 2014 bijstand op basis van de Participatiewet, maar er ontstond twijfel over zijn woon- en leefsituatie na een melding van woningbouwvereniging Woonvisie. De gemeente Albrandswaard voerde een onderzoek uit naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij verschillende huisbezoeken en gesprekken met getuigen plaatsvonden. De onderzoeksresultaten leidden tot de conclusie dat de appellant zijn wettelijke inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij niet langer op het uitkeringsadres verbleef. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld, wat resulteerde in de intrekking van de bijstand en de terugvordering van eerder verstrekte bedragen.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn argumenten, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het college voldoende onderzoek had gedaan en dat de intrekking van de bijstand gerechtvaardigd was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gronden van de appellant in hoger beroep niet slaagden. De Raad concludeerde dat het college de informatie van Woonvisie terecht had betrokken bij de besluitvorming en dat de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter niet relevant was voor de huidige beoordeling.