Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
T. Hemelrijk‑van den Oudenalder als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2018.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel. Het bestreden vonnis, gedateerd 5 september 2017, betrof een vordering van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor betaling van incassokosten, welke door de kantonrechter was afgewezen. Echter, appellante werd wel veroordeeld in de proceskosten. Appellante heeft op 15 oktober 2017 beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft het beroepschrift teruggestuurd met het advies om contact op te nemen met het Juridisch Loket of een advocaat voor het instellen van hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het bestreden vonnis geen uitspraak is als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is de Raad onbevoegd om kennis te nemen van het beroep van appellante. De Raad heeft ook geconcludeerd dat er geen plaats is voor doorzending naar andere hogerberoeprechters, aangezien het bestreden vonnis niet onder de bevoegdheid van de Raad valt. De Raad heeft appellante opnieuw geadviseerd om juridische bijstand te zoeken.
De uitspraak eindigt met de beslissing dat de Centrale Raad van Beroep zich onbevoegd verklaart. Griffierecht is niet in rekening gebracht en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.