ECLI:NL:CRVB:2018:746

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 maart 2018
Publicatiedatum
14 maart 2018
Zaaknummer
17/7628 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel. Het bestreden vonnis, gedateerd 5 september 2017, betrof een vordering van Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor betaling van incassokosten, welke door de kantonrechter was afgewezen. Echter, appellante werd wel veroordeeld in de proceskosten. Appellante heeft op 15 oktober 2017 beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft het beroepschrift teruggestuurd met het advies om contact op te nemen met het Juridisch Loket of een advocaat voor het instellen van hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het bestreden vonnis geen uitspraak is als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is de Raad onbevoegd om kennis te nemen van het beroep van appellante. De Raad heeft ook geconcludeerd dat er geen plaats is voor doorzending naar andere hogerberoeprechters, aangezien het bestreden vonnis niet onder de bevoegdheid van de Raad valt. De Raad heeft appellante opnieuw geadviseerd om juridische bijstand te zoeken.

De uitspraak eindigt met de beslissing dat de Centrale Raad van Beroep zich onbevoegd verklaart. Griffierecht is niet in rekening gebracht en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Datum uitspraak: 14 maart 2018
17/7628 AWBZ
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel van 5 september 2017, 16-8842 (bestreden vonnis)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. (Zorgkantoor)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft N.V.A. de Koning hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

1. Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter van de rechtbank de vordering van het Zorgkantoor voor betaling van de incassokosten van € 1.034,42 afgewezen, maar appellante wel veroordeeld in de proceskosten die zijn begroot op € 1.641,22.
2. Bij brief van 15 oktober 2017 heeft appellante tegen het bestreden vonnis beroep bij de rechtbank ingesteld. Bij brief van 19 oktober 2017 heeft de rechtbank het beroepschrift naar appellante teruggestuurd met het verzoek om contact op te nemen met het Juridisch Loket of een advocaat om hoger beroep in te stellen.
3. Vervolgens heeft appellante hoger beroep bij de Raad ingesteld.
4. Het bestreden vonnis betreft geen uitspraak als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat het volstrekt duidelijk is dat de Raad niet bevoegd is kennis te nemen van het beroep van appellante. Tot deze onbevoegdheid kan en zal gelet op deze duidelijkheid zonder verder onderzoek worden beslist.
5.1.
Voor doorzending als bedoeld in artikel 6.15 van de Awb is geen plaats. De andere hogerberoeprechters als bedoeld in artikel 8:105, eerste lid, van de Awb zijn, nu het bestreden vonnis geen uitspraak als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Awb betreft, evenmin bevoegd.
5.2.
Uit de artikelen 60 van de Wet op de rechterlijke organisatie en artikel 332 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevoegd is kennis te nemen van het hoger beroep van appellante tegen het bestreden vonnis. Aangezien een dergelijk hoger beroep aan bepaalde rechtsregels is gebonden, wordt appellante opnieuw geadviseerd zich te wenden tot het Juridisch Loket of een advocaat.
6. Griffierecht is niet in rekening gebracht en voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van
T. Hemelrijk‑van den Oudenalder als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2018.
(getekend) J. Brand
(getekend)T. Hemelrijk‑van den Oudenalder
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

TM