ECLI:NL:CRVB:2018:711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medische adviezen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier, welke was afgewezen door het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. De afwijzing was gebaseerd op medische adviezen van de GGD, die concludeerden dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de parkeerkaart.
De Raad heeft vastgesteld dat het algemeen bestuur voldoende gemotiveerd heeft dat appellant op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart niet in aanmerking komt voor de kaart. De medische adviezen zijn zorgvuldig tot stand gekomen en zijn gebaseerd op observaties en medische informatie. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om te twijfelen aan de juistheid van deze adviezen.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn medische problematiek onvoldoende is onderzocht, maar de Raad heeft geoordeeld dat de eerdere medische adviezen voldoende inzichtelijk zijn gemotiveerd. De Raad heeft de conclusie van de rechtbank bevestigd dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, en heeft het hoger beroep afgewezen.
De uitspraak is gedaan door M.F. Wagner, met L. Boersma als griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2018.