ECLI:NL:CRVB:2018:704
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- P. Boer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen in het kader van WIA-uitkering na behandeling van borstkanker
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante, die op 25 april 2014 volledig arbeidsongeschikt werd geacht vanwege borstkanker. Het Uwv had appellante per die datum in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering, maar appellante wenste een IVA-uitkering. De Raad oordeelde dat het Uwv overtuigend had aangetoond dat er op het moment van de beoordeling geen aanleiding was om de duurzaamheid van de arbeidsbeperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep had in zijn rapport van 4 januari 2018 onderbouwd dat er behandelmogelijkheden waren die een reële kans op verbetering van de belastbaarheid van appellante boden. De Raad concludeerde dat de motivering van het Uwv voldoende was en dat het beroep van appellante tegen het bestreden besluit niet slaagde. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die op € 2.755,50 werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 maart 2018.