Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om een veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel. Appellant, die als directeur van een textielbedrijf werkte, had zich op 11 december 2013 ziek gemeld met klachten van het carpaal tunnel syndroom (CTS) en psychische klachten. Na een medisch onderzoek door het Uwv werd vastgesteld dat appellant per 26 november 2014 niet meer recht had op ziekengeld. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep.
In hoger beroep voerde appellant aan dat het medisch onderzoek door het Uwv onzorgvuldig was en dat zijn klachten, waaronder functionele een-armigheid door een linkerarmamputatie, niet goed waren beoordeeld. Het Uwv verdedigde de eerdere beslissing en stelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hadden gehandeld. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek inderdaad zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van het Uwv. De Raad bevestigde dat appellant per 26 november 2014 geen recht meer had op ziekengeld.
Daarnaast werd het verzoek van appellant om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale duur van de procedure niet langer was dan vier jaar. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank.