ECLI:NL:CRVB:2018:501
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- P. W. van Straalen
- G.M.G. Hink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herziening bijstandsverlening op basis van verzwegen inkomsten uit schoonmaakwerkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij de rechtbank het beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn ongegrond heeft verklaard. Appellanten, die sinds 1 juli 2008 bijstand ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), hebben geen melding gemaakt van inkomsten uit schoonmaakwerkzaamheden die appellante op zes verschillende adressen heeft verricht. De sociale recherche heeft een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, wat leidde tot de conclusie dat appellante inderdaad deze werkzaamheden heeft verricht en dat de bijstand herzien moest worden. Het college heeft de bijstand over de periode van 1 juli 2008 tot en met 31 juli 2014 herzien en een bedrag van € 34.423,16 teruggevorderd. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de onderzoeksbevindingen geen grondslag bieden voor de conclusie dat appellante op zes adressen heeft gewerkt en dat de getuigenverklaringen ongeloofwaardig zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de getuigenverklaringen voldoende steun bieden voor de conclusie dat appellante de werkzaamheden heeft verricht en dat de terugvordering terecht is. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank.