ECLI:NL:CRVB:2018:448
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) met betrekking tot medische aandoeningen
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1949, een aanvraag ingediend voor toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). De aanvraag werd afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad op 1 februari 2016, omdat er geen bevestiging was dat appellante in relevante omstandigheden verkeerde. Appellante maakte bezwaar, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 15 februari 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelde dat de medische aandoeningen van appellante niet in verband stonden met de AOR-omstandigheden, en dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn voor de procedure. Appellante had verzocht om schadevergoeding wegens deze overschrijding, maar de Raad wees dit verzoek af. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit deugdelijk was voorbereid en gemotiveerd, en dat de psychische klachten van appellante niet voortkwamen uit de oorlogsomstandigheden, maar eerder uit opvoedingsomstandigheden. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.