Uitspraak
17.885 ZW
OVERWEGINGEN
7 april 2016. De functies zijn terecht passend geacht. Er is een verlies aan verdiencapaciteit van 11,6% zodat per 18 januari 2016 terecht de uitkering op grond van de ZW is beëindigd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant, die zich ziek had gemeld met hand- en knieklachten, had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn ZW-uitkering door het Uwv. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en appellant ging in hoger beroep. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende medische grondslag had voor de beëindiging van de uitkering, en dat de functies die aan de EZWb ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen bewijs was dat appellant voor de datum in geding psychische klachten had. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.