Uitspraak
15.2634 WIA
31 maart 2015, 14/4267 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot haar loongerelateerde WGA-uitkering. Appellante, die als receptioniste/telefoniste werkte, heeft zich in 2011 ziek gemeld met psychische klachten en heeft in 2014 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uwv heeft haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 67,17% en enkele functies geselecteerd die zij zou kunnen vervullen. Appellante is van mening dat deze functies niet passend zijn, omdat zij niet zelfstandig buitenshuis kan verplaatsen zonder begeleiding van een vertrouwd persoon. De Centrale Raad van Beroep heeft de deskundige G.W. de Graaff geraadpleegd, die concludeerde dat appellante op de datum in geding ernstige symptomen van PTSS vertoonde en dat een beperking voor het zelfstandig buitenshuis verplaatsen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) moest worden opgenomen. De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft onderzocht of appellante de benodigde begeleiding kon krijgen van haar steungroep. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en concludeert dat appellante met ingang van 31 juli 2014 recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 100%. Tevens wordt het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van schade en proceskosten.