Uitspraak
17 2673 WIA
22 februari 2017, 16/2774 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
27,47 uur per week. Zij heeft zich op 19 december 2013 ziek gemeld wegens lichamelijke klachten. Op 22 september 2015 heeft appellante een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Zij is op het spreekuur van
15 oktober 2015 onderzocht door een arts van het Uwv. Deze arts, wiens bevindingen zijn getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts, heeft de beperkingen van appellante weergegeven in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 26 oktober 2015. Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis daarvan de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante berekend. Bij besluit van 18 november 2015 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellante met ingang van 27 december 2015 geen recht is ontstaan op WIA-uitkering, omdat appellante met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
10 maart 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Daaraan heeft het Uwv ten grondslag gelegd een rapport van 7 maart 2016 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een rapport van 9 maart 2016 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep.
.
27 december 2015 voor onjuist te houden.