ECLI:NL:CRVB:2018:4131

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 november 2018
Publicatiedatum
18 december 2018
Zaaknummer
17/6518 WMO15-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de duur van de maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 september 2017. De zaak betreft de duur van een toegekende maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Appellante had een maatwerkvoorziening voor begeleiding en persoonlijke verzorging ontvangen, maar was van mening dat deze ook na 5 november 2015 moest worden voortgezet. Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn had appellante voor de periode van 6 augustus 2015 tot en met 5 november 2015 een persoonsgebonden budget (pgb) toegekend voor begeleiding en verzorging. De Raad oordeelde dat het college, gezien de omstandigheden, een passende maatwerkvoorziening had verstrekt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen dat er onvoldoende duidelijkheid was over de ondersteuningsbehoefte van appellante, en dat het college adequaat had gehandeld door tijdelijk een maatwerkvoorziening te verstrekken.

Uitspraak

17.6518 WMO15-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 september 2017, 16/3838 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn (college)
Datum uitspraak: 28 november 2018
Zitting hebben: M.F. Wagner, L.M. Tobé en N.R. Docter
Griffier: W.M. Swinkels
Appellante en haar gemachtigde zijn niet verschenen ter zitting. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door J.A.Y. Baptiste en G.G. Pos.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Het college heeft appellante voor de periode van 6 augustus 2015 tot en met 5 november 2015 de maatwerkvoorziening begeleiding (twee uur per week) en persoonlijke verzorging (vier uur per week) toegekend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Voor begeleiding individueel is een pgb toegekend van € 700,89 en voor persoonlijke verzorging een pgb van € 1.584,75.
Tussen partijen is in geschil de duur van de maatwerkvoorziening. Appellante wil ook na 5 november 2015 in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb.
Uit het ondersteuningsplan van 9 oktober 2015 blijkt dat de Wmo-consulente onvoldoende duidelijkheid heeft gekregen over de ondersteuningsbehoefte van appellante. Daarom heeft de consulente appellante verwezen naar de cliëntondersteuner. Omdat er wel aanwijzingen waren dat appellante zorg nodig had, heeft het college tijdelijk een maatwerkvoorziening verstrekt voor de periode van drie maanden. Hierbij heeft het college aangesloten bij de oude indicatie die appellante op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten had. De Raad is van oordeel dat het college appellante onder deze omstandigheden een passende maatwerkvoorziening heeft verstrekt.
Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak op andere gronden voor bevestiging in aanmerking komt.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) W.M. Swinkels (getekend) M.F. Wagner

NW