ECLI:NL:CRVB:2018:4127
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van geschiktheid voor bevordering binnen de politie na eerdere uitspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van de korpschef van politie. De appellante, die in eerste instantie een negatieve beoordeling ontving, had eerder beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel. De Raad had in een eerdere uitspraak van 21 september 2017 bepaald dat de korpschef een nieuw besluit moest nemen, waarbij de beoordeling van de appellante over de periode van 23 april 2012 tot 1 november 2014 betrokken moest worden. In het bestreden besluit van 10 januari 2018 verklaarde de korpschef het bezwaar van appellante ongegrond, ondanks een latere uitstekende beoordeling. De Raad oordeelde dat de korpschef voldoende gemotiveerd had waarom de appellante niet voldeed aan de vereisten voor bevordering naar de functie van senior generalist Gebiedsgebonden Politie (GGP) op de peildatum van 31 december 2012. De Raad concludeerde dat de korpschef terecht had geoordeeld dat appellante niet beschikte over de verwachte geschiktheid, omdat zij in de referteperiode niet meer dan incidenteel seniorwaardig optreden had laten zien. De Raad verwierp de argumenten van appellante en verklaarde het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.