ECLI:NL:CRVB:2018:409
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.L. Boxum
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake bijstandsverlening en terugvordering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, die sinds 13 juli 2010 bijstand ontving, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, dat de bijstand per 1 maart 2015 had vastgesteld op € 960,83 per maand en een terugvordering van € 442,81 over de periode van 1 september 2014 tot en met 28 februari 2015 had gedaan. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 26 september 2017 is appellante niet verschenen, terwijl het college zich liet vertegenwoordigen. De Raad heeft het onderzoek ter zitting geschorst en appellante in de gelegenheid gesteld te reageren op het standpunt van het college dat zij geen procesbelang meer had. Appellante heeft hierop niet gereageerd, en geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van het recht om nader gehoord te worden.
De Raad heeft vastgesteld dat de besluiten van 8 oktober 2015 en 26 november 2015 in rechte onaantastbaar zijn geworden, waardoor appellante geen procesbelang meer heeft bij een beoordeling van haar hoger beroep. De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.