Uitspraak
16.3943 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die via een uitzendbureau als medewerker tuinbouw werkte, had zich op 23 juni 2014 ziek gemeld vanwege rug- en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had appellant per 22 juni 2015 geschikt geacht voor zijn laatst verrichte arbeid en beëindigde zijn recht op ziekengeld. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. Zowel lichamelijke als psychische aspecten waren in het onderzoek betrokken, en er waren geen aanwijzingen voor een actuele psychische stoornis. De verzekeringsarts had vastgesteld dat de rugfunctie ongestoord was en dat de klachten niet wezenlijk beperkend waren. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die de bevindingen van de verzekeringsartsen zou kunnen ondermijnen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant met ingang van 22 juni 2015 geen recht meer had op ziekengeld. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door E.J.J.M. Weyers, in tegenwoordigheid van griffier L. Boersma.