Uitspraak
16.5181 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 29 augustus 2014 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een WIA-uitkering toe te kennen aan de betrokkene, die zich ziek had gemeld vanwege hoofdpijnklachten. De rechtbank had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen, maar het Uwv ging in hoger beroep. De Raad heeft deskundigen geraadpleegd, waaronder M. Wolff-van der Ven, die concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor extra rustmomenten of een verdere urenbeperking dan de door het Uwv vastgestelde 8 uur per dag, 40 uur per week. De Raad oordeelde dat de deskundige zorgvuldig had onderzocht en dat de door het Uwv vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) correct was. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de betrokkene tegen het besluit van 29 augustus 2014 ongegrond.