Uitspraak
17.668 ZW-T
OVERWEGINGEN
.Deze arts heeft appellant belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 16 oktober 2015. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant niet in staat is zijn eigen werk te verrichten, vervolgens een aantal functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen berekend dat appellant nog 70,29% van zijn zogeheten maatmaninkomen zou kunnen verdienen. Het Uwv heeft bij besluit van 20 oktober 2015 vastgesteld dat appellant met ingang van 22 november 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 24 maart 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 maart 2016 en van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 23 maart 2016 ten grondslag, waarbij de FML en de restverdiencapaciteit zijn aangepast.
.De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hierbij is overwogen dat het bestreden besluit op een deugdelijke medische grondslag berust en er geen aanleiding bestaat om een deskundige in te schakelen.