Uitspraak
17.3749 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 12 november 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. Het college had meerdere verzoeken om aanvullende informatie gedaan, maar de appellant had niet voldoende duidelijkheid verschaft over zijn financiële situatie.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat hij wel degelijk voldoende informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. Hij verklaarde dat hij in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag geen inkomsten had en bij zijn ouders woonde. Echter, de Raad oordeelde dat de appellant niet in staat was geweest om aan te tonen hoe hij in zijn levensonderhoud voorzag en dat zijn verklaringen niet waren onderbouwd met objectieve gegevens.
De Raad bevestigde dat het college terecht had geoordeeld dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld, omdat de appellant onvoldoende duidelijkheid had gegeven over zijn financiële situatie. De Raad wees ook het verzoek van de appellant om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.