Uitspraak
16 7612 PW
9 november 2016, 16/1647 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellante, die sinds september 2009 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, was niet verschenen op een verplicht gesprek met haar re-integratieconsulent op 11 februari 2016. Dit leidde tot een maatregel waarbij haar bijstand met 25% werd verlaagd voor de periode van 1 maart 2016 tot en met 31 maart 2016. De appellante stelde dat zij zich tijdig had afgemeld voor het gesprek, omdat zij op 10 februari 2016 een operatieve ingreep moest ondergaan. De rechtbank had het beroep van de appellante tegen de maatregel ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de bewijslast voor het aannemelijk maken van de afmelding bij de appellante ligt. De door haar overgelegde verbruiksspecificatie van KPN, waaruit een telefoongesprek op 10 februari 2016 blijkt, was onvoldoende om aan te tonen dat zij zich tijdig had afgemeld. De Raad concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij aan haar verplichtingen had voldaan, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig afmelden voor afspraken in het kader van de Participatiewet en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen voor de bijstandsverlening.