Uitspraak
16.7313 WMO15
27 oktober 2016, 16/1038 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, die lijdt aan schizofrenie en een afhankelijke persoonlijkheid, had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) om haar ouders te betalen voor de zorg die zij verleenden. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer had deze aanvraag afgewezen en in plaats daarvan zorg in natura toegekend. De Raad oordeelde dat het college voldoende had aangetoond dat de zelfstandigheid van appellante niet was vergroot door het verlenen van een pgb. De Raad concludeerde dat de doelen van de ondersteuning, zoals het voeren van een gestructureerd huishouden en het hebben van een dagbesteding buitenshuis, niet waren bereikt. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat zij wel recht had op een pgb, omdat zij vooruitgang had geboekt. De Raad oordeelde echter dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om de afwijzing van het pgb te weerleggen. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.